In het midden van de vorige eeuw was professor G. Houtzagers een bekende hoogleraar in Wageningen. Je kunt het geloven of niet…de beste man doceerde bosbouw. Het komt vaker voor dat namen zo in elkaars verlengde liggen.
De huisarts die Jan Dokter heet of een vrijwillige brandweerman Klaas van Vuren. Associaties in elkaars verlengde of juist met stevige contrasten. In Zonnekroon en Gekroond geleikelkje (ja: gelei-kelkje!) komen beide varianten bij elkaar. Eerstgenoemde is een reusachtige vaste plant, de laatste een minuscuul paddenstoeltje……
Zonnekroon
Sinds jaar en dag kan iedereen op het alpinum van de Botanische Tuin genieten van 2,5 meter hoge zonnekroon. Inderdaad, meer dan menshoog wordt deze soort die eigenlijk thuis hoort in het midden van de Verenigde Staten. Elke stengel is getooid met minizonnebloemen, 10 tot 15 cm in doorsnee. De stengels zelf zijn scherp vierkant in doorsnee. Bij ‘composieten’ komt zoiets zelden voor. De bovenste stengelbladeren zijn paarsgewijs met elkaar vergroeid. Ze vormen zo een kommetje voor de opvang van hemelwater. Vogels en insecten hebben hier profijt van. De naam zonnekroon is waarschijnlijk afgeleid van de heldergele bloembladeren die als een krans rondom een donkerbruin hart staan. Ook zou de naam kunnen duiden op de bloemknoppen waarbij de bloemdekbladeren als een kroon gerangschikt staan.
Op paddenstoelenjacht
De Botanische Tuin is niet alleen bekend om de rijkdom aan inheemse plantensoorten. Ook paddenstoelliefhebbers gaan graag naar Hortus Arcadië. Vanaf begin oktober wandelden Floor en ik wekelijks door de tuin, op zoek naar nieuwe soorten. Van stevig doorwandelen is dan eigenlijk geen sprake. Het is meer stapvoets voortbewegen, soms zelfs kruipend. Daarbij maken we gebruik van elkaars ogen. Ruim 150 verschillende soorten paddenstoelen noteerden en fotografeerden we in een paar uur tijd. In de meest fantastische vormen, kleuren en geuren. Andere bezoekers kijken dan wel eens verbaasd op wanneer ze merken hoe enthousiast twee personen – op hun knieën – naar iets zitten te kijken. Naar iets wat zij natuurlijk van die afstand niet kunnen zien. Een stapel boeken ernaast om de vondst goed op naam te krijgen. Eigenwijs als we zijn: de een weet het natuurlijk weer beter dan de ander, maar ook omgekeerd.
Gekroond geleikelkje
Op een druilerige zaterdagmiddag, mistig en waterkoud ontdekken we weer iets nieuws. Witte stipjes op de verrotte stengelresten van zonnekroon. Tóch maar even een foto van maken! Bij het goed instellen van de camera verschijnt plotseling iets bijzonders in het beeld. Een geelwit paddenstoeltje van nog geen 2 míllimeter in doorsnee en 0,2 mm hoog. Een wittig schaaltje getooid met 10-15 uitsteeksels. Een minikroontje. Met het blote oog onzichtbaar, maar via de lens wel degelijk. Gekroonde geleikelkjes, natuurlijk op zonnekroon. Het wordt tijd om voor te stellen dat zonnekroon of die gekroonde geleikelkjes de nieuwe postzegels gaan versieren.
Al die aandacht voor kronen lijkt op toeval, maar dat bestaat toch immers niet?
No responses yet