Ofwel muskaatsalie. Met een heel speciale en sterke kruidige geur bloeit deze momenteel in de borders van de Theetuin. Heel gevarieerd omschreven, van (mannen)zweet tot vers gesneden hooi in combinatie met hars.
Maar niet alleen de geur is heel opvallend! Ik heb mij rijkelijk verbaasd over de kleurschakeringen van de bloemen, van blauwpaars, tot lila en van wijnrood via roze tot wit.
Een deel daarvan (wijnrood-roze-wit-lichtgroen) blijkt bij nader inzien te gaan om schutbladeren die groen beginnen. De lipbloemen (lila tot blauwpaars en lichtblauw) hebben een witte onderlip waar een lichtbruin stukje op zit wat een beetje dissonant is en waarvan ik eerst dacht dat verdroogd was. Maar het zit er al als de bloemen net uitkomen. Ze staan in schijnkransen rond de stengel en zijn 2-3cm groot. Een groot deel van de plant is klierachtig behaard, altijd favoriet bij mij.
Scharlei is al zeker sinds de negende eeuw in cultuur gebracht en gekweekt. Karel de Grote heeft dat bevorderd. Wijnboeren uit Frankrijk, Italië en Duitsland gebruikten scharlei om uit matige wijnen een echte muskaatwijn te toveren. De etherische olie uit scharlei wordt gebruikt in de parfumindustrie. Bladeren worden als smaak/aroma toegevoegd aan allerlei voedsel. Bv in bier, voordat hop werd ‘uitgevonden’. Er zijn ook een hele reeks geneeskrachtige eigenschappen aan scharlei toegedicht, net als aan andere saliesoorten. De Romeinen noemden het wonderkruid. Nu vooral bekend om prikkelbaarheid, nerveuze spanning en slapeloosheid door oververmoeidheid in goede banen te leiden. De etherische olie is een echt ontspanningsmiddel en schenkt een gevoel van welbehagen.
Scharlei is meestal een tweejarige plant. Het eerste jaar brengt ze door als rozet met behaard, eirond blad. De bloeistengels zijn ± 1 m hoog, groot en rijk vertakt en bloeien in het tweede jaar. Net als de andere saliesoorten worden de lichtpaarse lipvormige bloemen graag door bijen en hommels bezocht. Hij bloeit van juni tot augustus. Scharlei is als wilde plant inheems in Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië. Hij groeit daar op droge, rotsachtige plekken en bloeit in juli en augustus.
No responses yet